Afhankelijk van het soort produktie proces worden verschillende typen apparaten gebruikt. Deze kunnen worden opgedeeld in twee groepen:
– Apparaten aangedreven door een motor of turbine (Rotating equipment)
– Apparaten zonder aandrijving (Static equipment)
Rotating equipment
Veel stoffen (vloeibaar of gasvormig) worden via een pijpleidingsysteem getransporteerd. Transport van die stoffen vindt alleen plaats, als er in het pijpleidingsysteem energieverschillen bestaan. Deze energieverschillen worden in de praktijk veelal in ‘druk-verschillen’ aangegeven. Het medium stroomt van de plaats met de hogere druk naar de plaats met de lagere druk. Het drukverschil die de vloeistof of het gas in beweging zet, wordt meestal opgewekt door een pomp of een compressor.
Welke pomp of compressor geïnstalleerd moet worden en hoe zwaar, hangt af van vele factoren, zoals hoeveelheid en aard van de te transporteren stof, het hoogteverschil dat overwonnen moet worden, wrijvingsverliezen, enz. Omdat gekozen kan worden uit een veelheid van typen en fabrikaten is gedegen materiekennis en praktijkervaring dan ook gewenst teneinde een technisch en economisch verantwoorde keuze te kunnen maken. Bij de grotere bedrijven behoort deze activiteit tot het werk van de proces – of equipment engineer.
Het onderdeel Rotating Equipment is er op gericht dié aspecten te behandelen, die ook voor de piping constructeur van belang zijn, zoals onder meer de werking en specifieke eigenschappen van de diverse pomp- en compressortypen.
De constructieve aspecten bij het opstellen van pompen en compressoren worden in het deel Piping Design behandeld.
Static equipment
Onder static equipment verstaat men die apparaten welke geen draaiende onderdelen met een eigen aandrijving hebben.
We hebben hierin o.a. de volgende soorten apparaten:
– Vaten
– Opslagtanks
– Torens
– Warmtewisselaars